Orthesen voor het onderlichaam

Orthesen voor het onderlichaam zijn er in verschillende soorten. Misschien ken je het woord orthese niet. Toch heb je wellicht zonder dat je het weet wel eens een orthese gedragen. Hardlopers gebruiken ter ondersteuning van hun enkel soms een enkelbrace. Ook sporters die kniebandletsel hebben opgelopen dragen vaak een kniebrace. Een bekende soort is de CTI-brace. Je hebt vast wel eens gehoord dat iemand een bekkenband draagt bij bekkeninstabiliteit. Dit zijn allemaal voorbeelden van orthesen.

Onderste extremiteiten

Met de term onderste extremiteiten worden de ledematen van het onderlichaam bedoeld. Voorbeelden hiervan zijn het bekken, dijbeen, onderbeen, de knie of voet. We leggen uit welke verschillende soorten orthesen voor het onderlichaam er zijn en welke functie ze hebben.

Heup of bekken

De heup is de schakel tussen je bekken en je bovenbeen. Het heupgewricht is een kogelgewricht. Hierdoor kan je bovenbeen in alle richtingen bewegen. Een heuporthese ondersteunt, stabiliseert of beschermt je bekken, bijvoorbeeld bij heupdysplasie, na een heupoperatie of bij heupontwrichting. Enkele voorbeelden zijn:

  • Heupbandage of heuporthese
  • Liesbreukbandage
  • Anti luxatie heupbrace
  • Dynamische heupabductie orthese
  • Spreidbroekje voor baby’s

Bovenbeen, knie en onderbeen

Het been bestaat uit het bovenbeen (de dij), de knie, en het onderbeen. Een (been)orthese kan worden ingezet als hulpmiddel om pijn te verlichten en de functie van spieren te ondersteunen. Ook kan het nodig zijn om de stand van gewrichten of de groei van botten te wijzigen. Voorbeelden zijn:

  • knie orthesen (KO)
  • knie-enkel-voet orthesen (KEVO)
  • kniebrace
  • Patellabandje

Enkel, voet en tenen